Antwoorden wil ik, geen vragen!

Woensdagochtend half 8, niet echt mijn tijd voor een intake maar ik was niet moedig genoeg om eerlijk te zeggen dat ik liever een uurtje langer in bed blijf liggen dus ben ik maar akkoord gegaan met dit onmenselijke tijdstip. De opdrachtomschrijving gaf me een dubbel gevoel wat door de intermediair ook niet voor het gesprek kon worden weggenomen. Woorden als autonomie, zelfsturing en samenwerking waren vermengd met sturen, resultaten, productiviteit en aanspreken op houding en gedrag tot een nogal vreemd geheel. Mijn interesse was gewekt alhoewel ik niet het gevoel had dat het nou heel goed zou passen. Maar goed.. nooit geschoten is altijd mis en met dit dubbele gevoel ging ik het gesprek in.

“Welkom Martijn, ik ben Jan en dit is Mark.”, 2 in het pak gestoken mannen van een jaar of 50 begroeten mij hartelijk. “Ga zitten en vertel eens wat over jezelf.”, hoezo denk ik.. je hebt mijn CV toch gelezen of is die niet duidelijk genoeg?  Braaf herhaal ik bijna woord voor woord wat er in de introductietekst van mijn CV staat met de verwachting een spervuur aan vragen te ontvangen. Niks! Ik kijk eens naar beide heren en vraag of ze zich nu een goed beeld van mij hebben kunnen vormen? Hierop gaan ze ineens druk mijn CV lezen op een manier die bij mij het gevoel wekt dat ze deze voor het eerst zien. Na een korte en ietwat pijnlijke stilte zegt Jan. “Ja sorry, het is nogal hectisch hier en we hebben geen tijd gehad om je CV te lezen.” Mark kreeg intussen een briljante ingeving en vroeg: “Kan je 1 sterk en 1 zwak punt van jezelf noemen?” waarop ik vertel dat mijn sterke punt is dat ik heel hard werk en mijn zwakke punt is dat ik soms te hard werk. Nietszeggende vragen verdienen in mijn ogen dan ook dito antwoorden.

Omdat ik zelf wel weet wie ik ben en niet zit te wachten op nog een helder moment van Jan of Mark werd het tijd om het gesprek een andere kant op te sturen. “Kunnen jullie iets vertellen over de opdracht, ik ben vooral benieuwd waarom ik hier zit en wat jullie van mij verwachten?” waaraan ik nog snel toevoeg dat ik het liefst met een concrete hulpvraag werk. Jan ging de uitdaging om een hulpvraag te formuleren aan: “Kan je onze teams beter laten presteren?” “Dat weet ik niet.” zeg ik “Wat bedoelen jullie met beter presteren: productiever, hogere kwaliteit, betere samenwerking een tevredener klant?” “Al deze gingen!” roepen Jan en Mark in koor en ik krijg het idee dat we voor het eerst wat dichter tot elkaar komen.

Dat brengt ons bij een cruciaal moment in het gesprek waarbij ik of antwoord kan geven op de vraag door uit te leggen wat ik concreet ga doen om de teams te laten presteren. Of ik probeer te begrijpen en ga op zoek naar de oorzaak achter de vraag. Ik besluit het laatste te doen en vraag: “En wat vinden de teams? Als ik ze een hulpvraag laat stellen, geven zij dan ook aan dat ze bijvoorbeeld productiever willen zijn?”. Beide heren geven de indruk dit een vreemde vraag te vinden maar laten zich hierdoor niet het veld uit slaan. “Geen idee” zegt Jan “ik denk het eigenlijk niet, ze zijn zich niet bewust van nut en noodzaak dat is mede denk ik ook het probleem.” waarop ik vraag: “Kunnen jullie mij dan uitleggen wat vanuit het teamperspectief nut en noodzaak zijn van het beter presteren?” Mark begint zich zichtbaar te irriteren aan mijn vragen en de kant die het gesprek opgaat en antwoord “Wij zijn een beursgenoteerde onderneming en of ze het nou leuk vinden of niet het draait uiteindelijk om onze aandeelhouders. En we zijn nu juist met jou in gesprek om dit ook bij de teams tussen de oren te krijgen en te zorgen dat ze zich daarnaar gaan gedragen! Ik zou het graag zelf doen maar Jan en ik hebben hier gewoon geen tijd voor.”

Voor zover nut en noodzaak: de beurskoers! En ongetwijfeld is dit een belangrijke drijfveer op directieniveau maar zeker niet op teamniveau en om dit nu maar 1 op 1 naar de teams te vertalen is ontzettend simpel gedacht en daar gaat echt niemand beter van presteren. Misschien wanneer je gaat belonen met een vast aantal aandelen per maand maar ik denk niet dat veel werknemers daar op zitten te wachten.

Op dit moment is de kans klein dat ik de opdracht krijg en besluit daarom de vraag te stellen die mijn kans definitief  doet verdwijnen. “Stel de teams geven aan dat ze om beter te kunnen “presteren” jullie hulp nodig hebben?” Let op! Deze vraag moet vooral niet worden gesteld in situaties waarin je juist wel de opdracht wilt krijgen. Hou deze vuistregel aan: als iemand je een probleem geeft om weg te nemen, let wel dat is iets anders dan oplossen wek dan vooral niet de indruk dat je diegene met meer werk gaat opzadelen en zeker niet met nog meer problemen. Als je een vraag wordt gesteld dan geef je antwoord en kom je niet met nog een vraag. Jan en Mark waren dan ook niet blij met mijn hulpvraag en de intake was daarna dan ook snel afgelopen. Gelukkig maar, zo kon ik bij het koffiehuisje op de hoek nog even rustig koffie drinken om goed wakker te worden voor mijn volgende afspraak.

 

Ontdek meer van Martijn Rademaker

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder